donderdag 30 juli 2009

Over God en troost

Uit de Knack van deze week, een stukje uit het interview met Victor Stenger, een Amerikaanse wetenschapper en filosoof:

Valt er eigenlijk ook iets positiefs te zeggen over godsdienst?
Sommige mensen zeggen dat ze er troost uit putten. Maar dat zie ik zelf niet. Ik ben opgegroeid in een bijzonder katholiek gezin, in een bijzonder katholieke omgeving. Iedereen ging naar de kerk en atheïsten kwam je er nooit tegen. En ik heb nooit gezien dat religie die mensen troost bood. Integendeel. Toen ik nog klein was, lag de kindersterfte nog heel hoog. En ik heb het vaak genoeg gezien dat ouders de dood van hun kind nooit te boven kwamen. Ze werden gek van verdriet. Iedereen probeerde hen ervan te overtuigen dat het niet hun schuld was, maar zij dachten natuurlijk van wel. ‘Waarom zou God ons kleintje hebben weggenomen? Wij moeten ooit iets vreselijks gedaan hebben gedaan waarvoor God ons nu straft.’ Zó dachten de meeste mensen toen. Om maar te zeggen: veel troost heb ik vroeger niet gezien. Ik ken ondertussen heel wat atheïsten en humanisten, en die mensen gaan de dood veel kalmer en serener tegemoet. Niet-gelovigen aanvaarden de dood veel makkelijker dan gelovigen.

Een ander stuk:

Alle gelovigen, ook katholieken, zijn ervan overtuigd dat de mens een speciale plek in de kosmos bekleedt. Dat de mens in zekere zin het doel van de schepping was. Met andere woorden: dat God er op een of andere manier voor gezorgd heeft dat de mens het resultaat zou zijn van de evolutie van het leven op aarde. Dat hij daarom heeft ingegrepen. Welnu, wie dat gelooft, gelooft in intelligent design, niet in de evolutietheorie. Het is onmogelijk om de evolutietheorie te verzoenen met het idee dat de mens een speciale plek in de kosmos bekleedt.


Waarom zegt die man ongeveer wat ik denk? Hij heeft een boek uit: God, de onhoudbare hypothese. Misschien toch eens lezen...


Geen opmerkingen: