zaterdag 6 oktober 2012

Taalschat

Woorden waar ik van houd:

Weemoed. Alsof het over het lef gaat om smart en pijn te voelen. Iets als 'afzien, niet voor watjes'.

Intriest. De overtreffende trap van triest, alsof het nog niet genoeg is. Je zegt het trouwens ook alleen over situaties, niet over mensen. Niet 'hij is intriest', wel, 'die verwaarlozing is intriest'. 'Hij is intriest', dan bedoelen we de alcoholverslaving, of het pathetisch liegen. Niet de gevoelsbeleving van de persoon in kwestie.
Je zegt ook niet inblij, of inkwaad. Enkel het verdriet krijgt een extra klasse toegewezen, om het menselijk leed dat helaas vaak overweldigend is, taalkundig te kunnen duiden. Het zegt veel over de verwachtingen die we in het leven kunnen stellen qua nog te komen gemoedstoestanden.


Manspersoon. Omdat het zo geslachtsgebonden is. Je hoort nooit 'vrouwpersoon', met een tussen-s zou het zelfs nog idioter klinken. Vaak komt het in de combinatie met het adjectief 'kloek', een woord op de lijst van bedreigde woorden zoals 'schier', dat enkel nog met 'eiland' wordt gebruikt. Grappig is daarbij dat Schiermonnikoog een echt eiland is. Maar we dwalen af.

1 opmerking:

Anton Voloshin zei

Inderdaad interessant, van die weinig of zeer contextueel gebruikte woorden. Ik hou zelf bijvoorbeeld van samenstellingen met 'rand' (randdebiel, randfiguur, randopmerking) omdat het treffend het marginale karakter ervan uitdrukt.

Weetje: het 'oog' in Schiermonnikoog betekent effectief 'eiland' en is een ouder Germaans woord. In het Noors is eiland bijvoorbeeld ook nog steeds 'øy' (vandaar ook de naam 'Utøya', letterlijk 'het uit-eiland').